Je hebt gekozen voor een behang met een patroon. Hoe ga je te werk bij het ophangen ervan? Hoe zorg je ervoor dat het patroon of de tekening perfect op elkaar aansluit? We geven het even mee, dat is toch wel een secuur werkje. De basisregel is echter heel simpel en eenvoudig: je kijkt naar de tekening van het patroon, legt de banden naast elkaar en zorgt ervoor dat het motief mooi aansluit. Simpel, toch? Meer uitleg hieronder.

Hoe hang je behang met een patroon?

Je bekijkt eerst het patroon. Dat doe je door op zoek te gaan naar een opvallend detail aan de zijkant van de baan. Vervolgens kijk je waar je dat detail voor de eerste keer opnieuw ziet verschijnen. Gevonden? Dan heb je ook het patroon gevonden. Vervolgens snijd je de banden op de juiste lengte. En pas dan begin je te behangen.

Het afmeten van de eerste baan van het behang met patroon is de basis. De lengte is altijd de afstand tussen het plafond en de plint, en dan nog eens 10 cm extra. Bij een aansluitend patroon leg je die afgeknipte baan op een baan die je nog niet hebt geknipt. Vervolgens verschuif je de eerste baan net zolang tot het patroon mooi aansluit. Het stuk dat je overhoudt, knip je af.

Bij een verspringend patroon zijn enkel de even en oneven banen hetzelfde. Je meet de eerste baan af en merkt die aan de ommezijde zachtjes met het cijfertje 1. Vervolgens sluit je het patroon van de tweede baan op de eerste baan aan en je knipt het stuk af dat je overhoudt. Daarna meet je ook de tweede baan af en die merk je op de achterzijde even zachtjes met het cijfertje 2. En dan knip je zoveel banen van 1 en 2 als je nodig hebt.

Behang met een tekening? Lees de bijsluiter

De bijsluiter die bij het behang met patroon zit, vermeldt altijd hoeveel centimeter de band verspringt. Stel dat je een verspringend patroon hebt van 34 cm, en je volgende band is maar 30 centimeter lang, dan zal je een nieuwe rol moeten beginnen. Bij een behang met een patroon heb je altijd wat verlies. Sommige patronen zijn zelfs 82 centimeter lang. Een ander voorbeeld: je muur is 2,40 meter hoog en je rol behang – zonder patroon – is 10 meter lang. In dat geval haal je vier banden uit een rol. Heeft je behang een patroon, dan zal je maar drie banden uit je rol kunnen halen. Je zal dus iets meer verlies hebben en daardoor is een behangpapier zonder patroon de goedkoopste optie. Heb je een verspringend patroon, dan moet je er rekening mee houden dat je bepaalde stukken van de rol niet zal kunnen gebruiken.

Gebruiksgemak voorop? Ga voor een behang zonder patroon

Het is logisch, maar wat gebruiksgemak betreft, kies je het best voor een behang zonder patroon. Gemakkelijk gezegd dan gedaan, want er bestaan zomaar eventjes 50.000 verschillende soorten behangpapier. Behang met patroon en behang zonder. Maar er zit vast en zeker iets tussen dat je mooi vindt. De vraag hoe je behangt met een behangpapier met patroon is dan maar bijzaak. Kan je het niet zelf? Klop dan aan bij de deskundige behangers van BP Decor. We helpen graag en deskundig. Neem vlug contact met BP Decor op.

 

(c) C’bon

Behangpapier met patronen